Karikatuur aka de ideale kampioen
Schotse terriërs hebben een magnifiek karakter en hun karikatureske verschijning heeft hen wereldwijd populair gemaakt. Na 35 jaar in het bezit te zijn van deze fijne honden kan ik concluderen dat ze weliswaar ‘aangepast’ kunnen rennen, spelen, kleine hoogtes óp springen, door ondiepe plassen waden en relatief happy leven.
Maar zodra er jeuk aan de perianale zone is kunnen ze er (zelfs met hun lange koppen) niet bij. Als ze een blessure aan een voorpoot hebben kunnen ze zich niet zoals een hoogbenige hond redelijk op drie poten redden. Dit ras bevalt dan ook nog moeilijk door diverse extra complicaties (enorme hoofden, hoog geboortegewicht pups, geen ruim bekken) maar ook de dracht is fysiek lastig, de buik hangt laag, de vulva kan niet verzorgd. Het zogen is ook nog een dingetje als de pups iets ouder dan twee weken zijn, moeder ligt vaak op de rug om ruimte te maken, zoogt daarna zittend. Buiten lopen met je tepels tot op de grond reikend is (vooral in de winter) heftig.
Wat ik misschien nog wel het ergste vind, er zijn heel veel Schotjes verdronken omdat ze niet kunnen zwemmen. Ze klimmen stap voor stap maar vallen vaak tijdens de afdaling. Ze wíllen wel graag achter de bal aan maar maken soms salto s omdat ze niet gemaakt zijn om soepel te bewegen.
Begin 90er jaren fokte ik een ‘ideale’ kampioen maar ben ik omdat het een keizersnedenest was gestopt met fokken, sindsdien ‘maak ik de oude honden op’ van andere fokkers. (Zoals ik dat overigens ook met Siamezen doe, omdat daar ook te veel ellende in voorkomt.)
Misschien denk je bij het lezen, ja dûh, dit gaat over een hond, en wàt voor een.
Klopt helemaal, een kat is geen kleine hond…
Maar als we bekijken hoelang de wolf erover deed om een Maltezer, Boxer, Chihuahua te worden, daar zitten 30.000 jaren, tienduizenden generaties tussen. Met elke generatie wordt een gemuteerde eigenschap (flaporen, krulvacht, staartloosheid) steviger vastgelegd. Met de rashondenfokkerij stevenen we op een ramp af…door uitsluiten van rasexemplaren met kleine foutjes, door in- en lijnteelt om extremere raskenmerken vast te leggen en achter dekkende kampioenen aan te racen verkleint de genenpool met de dag. Er zijn rassen die feitelijk ten dode opgeschreven zijn omdat er geen onverwant materiaal bestaat.
De Lybische kat ligt nog maar 10.000 jaar achter ons. De snelheid waarmee haarloosheid, afwijkende- of overbeharing, kortbenigheid, afwijkende schedelconstructies, gevouwen oortjes worden vastgelegd en gepaard met andere ‘foutjes’ maakt dat de felelogie hetzelfde te wachten staat als de ten dode opgeschreven rassen.
Hou het bij die pakweg 50 kattenrassen die er al zijn, fok eigenschappen die fysieke problemen kúnnen opleveren eruit, in plaats van erin.
De reden dat ik nog een Schotse terriër heb is het bijzondere, bij mij passende temperament. Een iets ‘normalere’ constructie doet aan haar karakter niets af. Een Siamees of Pers met een normalere schedel, een Sfynx met beharing overal is nog steeds een Oosterse koning/in en een Maine Coon van minder dan 6 kilo blijft echt ook dat coole hoofd houden.
Die kortbenige katten, misschien ook nog haarloos en met geknikte oortjes…houd men die vanwege dat bijzondere model? Vanwege hun karakter? Indien dat laatste…waarom moeten ze dan korte poten hebben?
Wil je meer weten over schrijfster Jet Bijen – Veldhoen bekijk dan haar biografie op onze site.