Boer was mijn vader niet, maar ondernemer zeker wel. Dit ondernemerschap heeft hij mij met de paplepel ingegoten. Zodra ik kon lopen, ging ik als klein meisje mee de koeien uit de weide halen en bij de overstap naar zijn nieuwe bedrijf heb ik uren met hem rondgereden op de tractor om zeecontainers met houtzaagsel op te halen. Hiervan perste mijn vader destijds houtbriketten, een totaal andere tak van sport.
Ik ging mee, want wanneer zag ik mijn vader anders? Als eigen baas was hij altijd aan het werk. Dit tot ongenoegen van mijn moeder die ook wel wat family time had gewild. Hard werken was de norm en daardoor startte ik ook al vrij jong een eigen bedrijf. Wat moet je anders met al die vrije tijd? De pensionstal voor paarden die destijds naast mijn huis stond, had niet het eeuwige leven. Maar het ondernemersbloed bleef stromen en zo begon ik, alweer negen jaar geleden, een kattentrimsalon die inmiddels is uitgegroeid tot een salon met een kattenhotel.
Van ‘mijn bedrijf’ naar familiebedrijf
Een dierenpension heb je niet zomaar in je eentje. Met de komst van het hotel werd ook mijn man Erik in dit bedrijf gesleurd. Sceptisch als hij was over mijn wilde ideeën, stond hij me toch bij waar mogelijk. Samen maakten we plannen – waarbij hij me afremde waar nodig – en begonnen we aan de bouw van het hotel. Dat deden we naast ons werk in de avonduren en met behulp van onze vaders. Omdat ook Erik uit een ondernemersgezin komt, wist hij maar al te goed hoe het zou zijn met een eigen zaak, maar de impact die een eigen bedrijf met dieren aan huis zou hebben, bleek later pas.
Inmiddels doen we samen de avondronde in het hotel, zodat hij stukje bij beetje ook meer kattenkennis krijgt. Daardoor vertrouw ik het bedrijf met een gerust hart aan hem toe als ik een dagje weg ben. Hierin kan hij zich goed vinden, zolang het maar bij af en toe een keertje blijft. Wat van hem wel gestolen mag worden, zijn al mijn kattenverhalen. Maar daar zal hij maar aan moeten wennen, ben ik bang; dat krijg je ervan, als je van je passie je beroep maakt.
Inmiddels is mijn eenmanszaak overgegaan naar een vof. En hoewel Erik eigenlijk niet op een bedrijfsmatige manier iets met dieren heeft, is hij zo trots op ons bedrijf dat hij aan het bedenken is of hij ook niet actief mee kan gaan werken, zodat hij zijn baan op kan zeggen. Wie weet wordt ons bedrijf ook nog eens zíjn passie. ←