Spelen met je kat is niet alleen leuk, maar ook essentieel voor zijn fysieke en mentale welzijn. Toch maken veel baasjes – vaak onbewust – fouten die het speelplezier verminderen of zelfs tot ongewenst gedrag kunnen leiden. Van verkeerde speeltjes tot inconsistente routines, kleine misstappen kunnen een grote impact hebben op hoe je kat het spel ervaart. In deze blog bespreken we de 10 meest gemaakte fouten en geven we tips om het spelen met je kat leuker, veiliger en effectiever te maken!
De 10 meest gemaakte fouten
- Er wordt een paar keer per week gespeeld
Beter speel je dagelijks, of in de ideale situatie zelfs 3 tot 5 keer per dag met je kat. - Speeltjes slingeren altijd door het huis
Katten kennen prooigewenning. Dit betekent dat als zij een prooi al kennen zij hem links laten liggen. Beter laat je speeltjes daarom niet liggen maar ruim je ze iedere dag op in de speelgoedkoffer (meer over de speelgoedkoffer lees je in het blog: 5 tips om je kat bezig te houden in huis). Vervolgens vervang je ze door een paar ‘nieuwe’ speeltjes uit de koffer. - Er wordt te lang gespeeld
Jagen is sterker dan de kat zelf waardoor de kat door zal gaan met spelen zolang er spel aangeboden wordt. Met afgematte en hijgende katten als gevolg. Beter bescherm je je kat tegen zichzelf en speel je een paar keer per dag kort. - Er wordt slechts 1 keer een speeltje proberen en te vroeg conclusies trekken
Te vaak worden er te vroeg conclusies getrokken dat je kat een bepaald speeltje niet leuk vindt. Wellicht was het moment verkeerd, was je kat niet in speelmodus. Of speelde je op de verkeerde plek in huis.Hoe dan ook 1 keer een speeltje proberen zegt niet dat zij het niet leuk vindt. Probeer het speeltje vaker uit op verschillende tijden per dag, met verschillende manieren van spel en op diverse plekken in huis en in de tuin. - Er wordt gespeeld met handen, vingers en voeten
Als kitten is het zo leuk om met je handen te stoeien met je kitten. Niks zo handig om met je voeten je kat te klieren die lekker op het kleedje onder de salontafel ligt. En ook die kat loert naar je vingers die je tussen je over elkaar geslagen benen hebt terwijl je rustig aan de eettafel zit zijn te leuk. En toch zijn dit allen verkeerde manieren van spel.Handen, vingers en voeten zijn geen speelgoed want die nageltjes van je kat kunnen heel veel schade aanrichten. Creëer daarom altijd afstand tussen jou en je kat. Zo loop je zeker geen verwondingen op en loop je je kat niet in de weg zodat ze lekker haar eigen ding kan doen. - Er wordt onvoldoende afgewisseld
Katten houden van afwisseling. Frequentie van spelen, hoe lang je speelt, nieuwe speelgoedjes, andere locaties, verschillende geurtjes (kruiden zoals Catnip, Valeriaan, Silvervein, lavendel maar ook munt kunnen je kat uitdagen) en intensiever. Wissel af en verras je kat. - Er wordt maar 1 fase van de jacht gedaan
Een jachtspel bestaat uit 3 fases te weten: Het jagen zelf, het verzwakken en doodtrappelen van de prooi en afsluitend het opeten. Bij de meeste jachtspelletjes blijft het bij 1 fase het jagen. En dat terwijl je kat juist nood heeft om meerdere fases te doen. Zorg er daarom voor dat je naast het jagen op zijn minst je kat de prooi laat vangen. Het beste doe je dit met een echt ruikende prooi zoals de konijnenbontjes van Purrs. - Er wordt frustrerend speelgoed gebruikt wat niet te vangen is
Denk maar eens aan dat welbekende laserlichtje. Vrijwel alle katten vinden het geweldig. Nou moet ik zeggen niks tegen het lampje want ook hier in huis is het een topper. Echter moet je het wel op de juiste manier gebruiken, of beter gezegd afsluiten.
Je kat kan het jachtspel namelijk pas afsluiten als er ook daadwerkelijk een prooi gevangen wordt.Zorg dat de laser op het einde uitkomt bij een speeltje wat je kat ook daadwerkelijk kan vangen. Is de prooi gevangen dan verdwijnt het lichtje zonder dat je kat het door heeft, die is immers druk met het einde van het spelletje het doodtrappelen van de prooi.Test eens uit of jouw kat ook behoefte aan het afsluiten door het opeten van een prooi. En nee je hoeft echt niet op zoek naar een dode muis hiervoor. Dit kan ook prima met een lekker snoepje.
- Er wordt maar 1 soort spel gestimuleerd
Er zijn 3 soorten spel, te weten:
Sociaal spel: katten die samen spelen.
Locomotorisch spel: Spelen met de omgeving.
Prooispel: Spel met als doel om een prooi te vangen.Vaak wordt er maar gefocust op 1 soort spel. Heb je meerdere katten dan wordt er voor het gemak maar vanuit gegaan dat ze genoeg hebben aan elkaar. Spelen met de omgeving, gaat vaak ‘mis’ omdat de omgeving niet uitdagend genoeg is voor je kat. En het prooispel is een lastige omdat je en de jacht in scène moet zetten en dan ook nog met de juiste prooi, een prooi die jouw kat geweldig vindt.Zo zie je maar dat er bij deze 3 soorten van spel al veel mis kan gaan. Heb je ze op orde, zorg dan dat je ze afwisselt zodat je kat aan alle kanten uitgedaagd wordt. - Meerdere katten samen laten spelen
Bij het vorige punt hadden we het al over sociaal spel, het spel tussen katten onderling. Daar is natuurlijk niks mis mee. Sterker nog super als jouw katten elkaar zo leuk vinden dat ze met elkaar gaan spelen.Waar het mis gaat bij dit punt is het spelen met 2 katten tegelijkertijd. Katten zijn solitaire jagers dus kunnen een ‘prooi’ niet delen waardoor het vaak op ruzie uitdraait.Heb je meerdere katten zorg dan voor individuele speelmomentjes met je katten.
Wat kun jij nog veranderen om het spel met je kat nog leuker te maken? Zie jij het niet zitten na het lezen van dit blog want jouw kat is gewoon niet van het spelen? Of jouw kat is al zo oud dat zij niet meer speelt? Lees dan in beide gevallen bovenstaande tips nog eens door. Elke kat, jong of oud, die goed in zijn vel zit speelt als je je houdt aan deze regels.
Naast spelletjes met je kat kan je kat ook prima alleen spelen.
Dit blog is geschreven na het volgen van de Happy Cats Bootcamp van Felinova. Heb jij een kat met een gedragsprobleem en wil jij weten wat je eraan kunt doen? Lees dan de I love happy cats boeken of doe mee met de bootcamp en leer hoe jij ook van jouw kat een happy cat kunt maken.